De finalisten van de Goudse stadsdichtersverkiezing kregen een opdracht:
schrijf een gedicht over het thema ‘kiezen’.
Dit gedicht heb ik voorgedragen.
geeft Gouda door met woorden
Vooraf was ik al heel tevreden, en nog steeds lichtelijk verbaasd, dat ik de finale had gehaald. Maar tijdens de finale, tussen de spanning en de alle voordrachten, kwam bij mij steeds vaker de gedachte op, dat het misschien… ja, het zou best wel eens… ja dat kan echt!
Maar nee, toch niet. De dichter waarvan ik verwachtte dat hij zou winnen, won terecht. Gefeliciteerd, Joost Reichenbach!
Zaterdag 17 februari kiest Gouda een nieuwe stadsdichter. Dit is de finaleronde met vier dichters. Ik ben een van die kandidaten.
Het blijft wat onwennig om te zeggen, maar: ik blijk een dichter. Zo had ik mijzelf nooit gezien. Ik vond mijzelf meer een tekenaar die al twintig jaar pauze hield, en in die pauze met woorden is gaan spelen.
Er zijn drie sterke tegenkandidaten voor de functie van stadsdichter, drie mensen die ik wél van meet af aan als dichter zie. Zij hebben meer gedichten geschreven, vaker voorgedragen, of bundels uitgegeven. Wie van hen morgen ook wint, het stadsdichterschap zal dan ook zeker in goede handen zijn. Maar als, als, als… als ik morgen stadsdichter zou worden… dan kan ik er niet meer onder uit – dan moet het maar wennen.
Dan ben ik dichter.
Daar kan ik wel mee leren leven 🙂