Zaterdag 17 februari kiest Gouda een nieuwe stadsdichter. Dit is de finaleronde met vier dichters. Ik ben een van die kandidaten.
Het blijft wat onwennig om te zeggen, maar: ik blijk een dichter. Zo had ik mijzelf nooit gezien. Ik vond mijzelf meer een tekenaar die al twintig jaar pauze hield, en in die pauze met woorden is gaan spelen.
Er zijn drie sterke tegenkandidaten voor de functie van stadsdichter, drie mensen die ik wél van meet af aan als dichter zie. Zij hebben meer gedichten geschreven, vaker voorgedragen, of bundels uitgegeven. Wie van hen morgen ook wint, het stadsdichterschap zal dan ook zeker in goede handen zijn. Maar als, als, als… als ik morgen stadsdichter zou worden… dan kan ik er niet meer onder uit – dan moet het maar wennen.
Dan ben ik dichter.
Daar kan ik wel mee leren leven 🙂